amb_red.gif (1116 bytes)

Royal Netherlands Embassy || Ottawa, Ontario, Canada 

The Embassy

Consular Services

Passport & Visa

Policy Affairs

Economy & Commerce

Culture & Press

Defence

Useful Links

Nederlanderschap herleeft

1. Achtergrond

Op 1 januari 1985 trad de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN) in werking. Deze wet bepaalt o.a. dat personen die in het buitenland geboren zijn en die naast het Nederlanderschap ook de nationaliteit bezitten van het geboorteland, het Nederlanderschap verliezen door als meerderjarige tien jaar ononderbroken te wonen in het land van geboorte, tevens het land van hun andere nationaliteit. (artikel 15c van de Rijkswet op het Nederlanderschap). Enkele jaren na de inwerkingtreding van de RWN heeft de toenmalige Nederlandse regering de noodzaak tot reparatie van de hierboven beschreven manier van verlies van het Nederlanderschap onderkend.

Een drietal wetsvoorstellen tot wijziging van de RWN waren hier het gevolg van.Het laatste wetsvoorstel werd in april 2000 door de Tweede Kamer aanvaard en is in december 2000 door de Eerste Kamer aangenomen. De wet treedt gefaseerd in werking op 1 februari 2001 en vervolgens op een nader te bepalen datum in 2003 (streefdatum is 1 april 2024).

2. Eerste fase (voor personen aan wie na 1 januari 1990 een Nederlands paspoort of een bewijs van Nederlanderschap is verstrekt)

Op 1 februari 2001 treedt het eerste deel (artikel V, tweede lid) van de gewijzigde RWN in werking. Dit artikel zorgt voor automatisch herstel in het Nederlanderschap voor personen die dit hebben verloren op grond van artikel 15 (aanhef en onder c) van de RWN. Zij hebben achteraf bezien het Nederlanderschap nooit verloren. Dit geldt ook voor hun minderjarige kinderen.

Het artikel is van toepassing voor personen aan wie na 1 januari 1990 een Nederlands paspoort of een bewijs van Nederlanderschap is verstrekt. Belangrijk is om na te gaan op welke datum het paspoort of bewijs van Nederlanderschap is verstrekt, omdat op die datum een nieuwe verliestermijn van tien jaar begint te lopen. Deze verliestermijn begint niet eerder dan op 1 januari 1994. Dit geldt ook voor de kinderen die het Nederlanderschap hebben verloren, omdat hun ouders het Nederlanderschap hebben verloren op grond van artikel 15c van de RWN. Omdat natuurlijk niet iedereen op dezelfde datum een Nederlands paspoort of een bewijs van Nederlanderschap heeft gekregen is het volgende van belang:

Personen aan wie voor het laatst tussen 1 januari 1990 en 1 januari 1994 een Nederlands paspoort of bewijs van Nederlanderschap is verstrekt moeten voor 1 januari 2004 opnieuw een paspoort of bewijs van Nederlanderschap aanvragen.

3. Tweede fase (voor personen aan wie na 1 januari 1990 geen Nederlands paspoort of een bewijs van Nederlanderschap is verstrekt)

In 2003 zullen de overige artikelen van de gewijzigde RWN (waaronder artikel V, eerste lid) in werking treden. Dit artikel is van toepassing op personen die ingevolge artikel 15c van de RWN het Nederlanderschap hebben verloren, maar niet vallen onder de in de eerste fase vermelde reparatie van het Nederlanderschap. Dit artikel voorziet in een herkrijgingsmogelijkheid van het Nederlanderschap. Deze personen dienen een schriftelijke verklaring af te leggen bij de Nederlandse Diplomatieke of Consulaire Vertegenwoordiging van hun woonplaats.

Door het afleggen van deze schriftelijke verklaring dat men het Nederlanderschap weer wil krijgen, wordt het Nederlanderschap met terugwerkende kracht tot het moment van verlies van het Nederlanderschap herkregen. Voorwaarde is wel dat de herkrijging van het Nederlanderschap schriftelijk door de Nederlandse overheid is bevestigd. Minderjarige kinderen delen in de herkrijging van het Nederlanderschap, indien de ouder die voor het Nederlanderschap opteert daarom vraagt.

Deze herkrijgingsmogelijkheid geldt tot twee jaar na inwerkingtreding van de RWN, dus tot een nader te bepalen datum in 2005.

Omdat de herkrijging van het Nederlanderschap in dit geval op verzoek van de oud-Nederlander plaatsvindt, bestaat de kans op verlies van de nationaliteit die men op dat moment heeft. Of herkrijging van het Nederlanderschap op grond van artikel V (eerste lid) leidt tot verlies van de andere nationaliteit, dient betrokkene zelf na te gaan bij de autoriteiten van die andere nationaliteit.

Aan bovenstaande tekst kunnen geen rechten worden ontleend.

De volledige tekst van de gewijzigde Rijkswet op het Nederlanderschap is te vinden in de Staatscourant van 21 december 2000, Staatsblad 618.

4. Voorbeeld Eerste Fase

De heer en mevrouw Reitsma zijn in 1960 naar Zuid-Afrika vertrokken en zijn altijd uitsluitend Nederlander gebleven. Zij hebben 2 kinderen, John van 30 en Maike van 28 jaar, die beide in Zuid-Afrika zijn geboren en door geboorte op Zuid-Afrikaans grondgebied automatisch ook de Zuid-Afrikaanse nationaliteit bezitten. John en Maike wonen vanaf hun geboorte onafgebroken in Zuid-Afrika.

John werd op 4 april 2024 achtentwintig jaar en verloor op die datum het Nederlanderschap. Zijn zuster werd op 4 januari 2001 28 jaar en verloor op die datum het Nederlanderschap. Gelukkig voor John en Maike hebben zij tot het moment dat zij het Nederlanderschap verloren altijd een Nederlands paspoort gehad. Het paspoort van John werd op 6 februari 1998 en dat van zijn zuster op 18 augustus 2000 afgegeven. In verband met deze paspoortverstrekkingen worden John en Maike beschouwd nooit het Nederlanderschap te hebben verloren en kunnen zij dus vanaf 1 februari 2001 weer een Nederlands paspoort krijgen.

5. Voorbeeld Tweede Fase

De heer en mevrouw Havinga zijn in 1955 naar Canada geëmigreerd en zijn altijd uitsluitend Nederlander gebleven. Zij hebben een dochter Joyce, die op 14 augustus 1968 in Toronto werd geboren. Joyce verkreeg door geboorte op Canadees grondgebied naast haar Nederlanderschap automatisch de Canadese nationaliteit. Zij woont sinds haar geboorte onafgebroken in Canada. Joyce heeft nooit een Nederlands paspoort of een bewijs van Nederlanderschap aangevraagd.

Joyce werd op 14 augustus 1996 achtentwintig jaar en verloor op die datum het Nederlanderschap. Omdat zij na 1 januari 1990 nooit een Nederlands paspoort of een bewijs van Nederlanderschap heeft verkregen valt zij niet onder de hierboven genoemde regeling (fase 1) en herkrijgt zij niet per 1 februari 2001 automatisch het Nederlanderschap. Joyce moet helaas wachten totdat op een nader te bepalen datum in 2003 de rest van de nieuwe RWN van kracht wordt. Vanaf dat moment heeft zij tot een nader te bepalen datum in 2005 de tijd om bij de Nederlandse ambassade of het Nederlandse consulaat een optieverklaring tot herkrijging van het Nederlanderschap af te leggen. Door het afleggen van deze optieverklaring zal Joyce met terugwerkende kracht tot 14 augustus 1996 (het tijdstip waarop zij het Nederlanderschap verloor) weer Nederlandse zijn en dus kunnen beschikken over een Nederlands paspoort.

6. Belangrijk

Vanaf een nader te bepalen datum in 2003 geldt, dat een meerderjarige Nederlander, waar ter wereld ook geboren, en die naast de Nederlandse- nog een andere nationaliteit bezit, door tien jaar onafgebroken buiten Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba of één van de andere landen van de Europese Unie te gaan wonen, automatisch het Nederlanderschap verliest. Alhoewel deze nieuwe bepaling eigenlijk strenger is dan de vroegere bepaling, zijn de mogelijkheden om Nederlander te blijven groter geworden. Hij/zij kan namelijk Nederlander blijven, door minimaal één keer in de tien jaar (vanaf zijn 18e) een Nederlands paspoort of een bewijs van Nederlanderschap te krijgen van de Nederlandse ambassade of consulaat.

7. Nadere Informatie

Voor nadere informatie wordt verwezen naar de dichtsbijzijnde Nederlandse ambassade of het Nederlandse consulaat-generaal, danwel de Afdeling Consulair Juridische Zaken van de Directie Consulaire Zaken van het ministerie van Buitenlandse Zaken (emailadres dcz-cj@minbuza.nl).

 

Ministerie van Buitenlandse Zaken | Postbus 20061 | 2500 eb Den Haag

 

juni 2002